Strategische groene schoolpleinen: de impact die schoolpleinen en subsidie kunnen vervullen op vlak van stedelijke klimaatadaptatie, gezondheidsgelijkheid en welzijn van kinderen.
myrthe kaandorp
Master
Stedenbouw
en ruimtelijke planning
2023— 2024
onderzoek
promotoren
Tom Coppens
Tara Op de Beeck
Jakob Vandevoorde
Strategische groene schoolpleinen: de impact die schoolpleinen en subsidie kunnen vervullen op vlak van stedelijke klimaatadaptatie, gezondheidsgelijkheid en welzijn van kinderen.
Deze studie onderzoekt hoe scholen en subsidies kunnen helpen hitte-eilanden te doorbreken, gelijke toegang tot groen te bevorderen en het welzijn van kinderen in Vlaamse centrumsteden te verbeteren. Door middel van mixed methods met GIS-analyse, statistische berekeningen en experts-interviews wordt de huidige situatie van steden en impact van de subsidiemaatregel ‘Natuur in je school’ op klimaat, welzijn en gelijkheid kritisch bestudeerd.
Steden warmen wereldwijd op door klimaatverandering, vooral kwetsbare groepen, zoals kinderen, lijden onder deze hitte-effecten. Groenruimtes kunnen deze negatieve effecten verminderen, welzijn vergroten en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Helaas is de toegang tot groen vaak ongelijk verdeeld, afhankelijk van de sociaaleconomische status van stadsbewoners.
Scholen kunnen hier een cruciale rol spelen, gezien de aanzienlijke tijd die kinderen op school doorbrengen. Mijn masterproef onderzoekt de situatie in de 13 Vlaamse centrumsteden met betrekking tot de effecten van klimaatverandering en de verdeling van groen in relatie tot de sociaaleconomische status van bewoners. Tevens wordt nagegaan of scholen strategisch geplaatst zijn om deze ongelijkheid te verminderen. Daarnaast biedt het onderzoek een kritische studie van de subsidiemaatregel ‘Natuur in je school’, om te bepalen of deze subsidie terechtkomt op de plekken waar ze de meeste impact heeft op klimaat, welzijn en gelijkheid.
Doel van het onderzoek is om te begrijpen hoe scholen zich verhouden tot stedelijke klimaatproblematieken, groen-tekorten en de sociaaleconomische status van bewoners, en hoe Vlaamse middelen worden ingezet om deze problemen aan te pakken.
Conclusie: er is een ongelijke verdeling van klimaatimpact en groen in relatie tot sociaaleconomische status. En de subsidieverdeling vertoont een licht scheeftrekking, wat wijst richting ongelijke verdeling van middelen. Daarnaast kunnen scholen een cruciale rol spelen in het doorbreken van dit patroon, bijdragend aan klimaatadaptatie, gelijke groenverdeling en welzijn van kinderen. De subsidie ‘Natuur in je School’ biedt kansen, mits zorgvuldig beleid en samenwerking tussen scholen en overheden, om deze duurzame impact te versnellen.