Verleden en toekomst – hoe een abdij leven herbergt
Vincent Vandeput
Master Interieurarchitectuur
2022— 2023
studio
Re-use of Modernist Buildings
promotoren
Paul Wauters
Vormstudies aan de hand van Toepassing van eigen interpretatie op de morfotheek van Dom Hans van der Laan.
Verleden en toekomst – hoe een abdij leven herbergt
Vandaag de dag zorgt secularisatie voor een toenemende leegstand van religieuze gebouwen. Kerken worden ontwijd en religieuzen verlaten de domeinen van plaatselijke abdijen en kloosters. Veelal raken deze gebouwen in verval of worden opgekocht door vastgoedontwikkelaars. Abdij Roosenberg, een architecturale parel die tot in het kleinste detail werd ontworpen door Dom Hans van der Laan (volgens het principe van het plastisch getal), dreigt hetzelfde lot te ondergaan.
Omwille van het feit dat het gebouw en de site een beschermd monument zijn, kan het niet makkelijk voor andere dan de oorspronkelijke functies ingezet worden, en dus wordt de site met leegstand en verval bedreigd. Ondanks de beperkingen, verbonden aan beschermd erfgoed, is het mijn ambitie deze site terug om te vormen tot een bruisende plek door de abdij te herbestemmen tot jeugdherberg en ontmoetingscentrum. Een plek waar enerzijds jongeren kunnen verblijven en waar plaats is voor spel en recreatie. Anderzijds ook een plaats voor bezinning en educatie over de geschiedenis van de abdij, de architect en zijn gedachtegoed. Dit alles tracht ik te realiseren door middel van technische verbeteringen binnenin het gebouw die de huidige problematieken waaronder isolatie-, vochtproblemen, e.a. aanpakken met als doel het erfgoed te conserveren en terug in gebruik te stellen.
Het tweede deel van mijn ontwerp bestaat uit een half verzonken aanbouw aan de zuiderkant van de site die ondergronds verbonden is met de abdij. In dit ontmoetingscentrum zullen voornamelijk functies gehuisvest zijn die niet onder te brengen zijn in het bestaande gebouw zonder hieraan afbraak te doen. Hoe verder de aanbouw zich verwijdert van de abdij hoe meer deze uit de grond tevoorschijn komt en zich opent naar de omgeving. Op deze manier wordt er zo min mogelijk afbraak gedaan aan het zicht op het domein vanuit de abdij zelf. Het is de bedoeling dat deze aanbouw zowel solitair kan functioneren als dat deze gebruikt kan worden als extensie van de abdij.