Het waarderen van funerair erfgoed in Vlaanderen
Ikarina Lamonte
Master Erfgoedstudies
2020 — 2021
studio
onderzoek
promotor
Marc Jacobs
HET WAARDEREN VAN FUNERAIR ERFGOED IN VLAANDEREN
Vanaf 2021 dreigt heel wat funerair erfgoed in Vlaanderen te verdwijnen door de afschaffing van de eeuwigdurende concessies. Om dit erfgoed te bewaren wordt door de lokale besturen een lijst opgemaakt van waardevolle graven. Dit gebeurt aan de hand van erfgoedwaarden, maar deze waarden zijn voor interpretatie vatbaar en worden op verschillende manieren toegepast. In deze masterproef worden de erfgoedwaarden bestudeerd en wordt de problematiek ervan voor de toekomst onderzocht.
De visie en houding van mensen tegenover hun doden en hun eigen dood zijn doorheen de eeuwen meermaals veranderd. Kerkhoven en begraafplaatsen getuigen van het dagelijks leven, het sterven en de dood in Vlaanderen doorheen de eeuwen.
Het bewaren van funerair erfgoed is belangrijk. Maar vandaag, in 2021, dreigt heel wat funerair erfgoed verloren te gaan. De wetgeving van 1971 verklaarde dat de eeuwigdurende concessies vanaf dan afgebakend werden tot vijftig jaar. Deze periode loopt in 2021 af. Dat betekent dat graven met een (niet verlengde) ‘eeuwigdurende concessie’, eigendom worden van de gemeente waar het graf zich bevindt. Daarmee krijgen de gemeenten het recht graven te ruimen.
Om dit tegen te gaan, legt het decreet van 2004 de gemeenten op om hun kerkhoven en begraafplaatsen te inventariseren en een lijst op te maken van hun waardevol funerair erfgoed. Maar bij het opmaken van deze lijst volgen vragen over de waarde en het waarderen van dit erfgoed.
Met deze masterproef werd onderzocht hoe funerair erfgoed in Vlaanderen gewaardeerd wordt en wat de gevolgen zijn van het waarderen op de toekomst.
Uit dit onderzoek blijkt dat het toekennen van de huidige set erfgoedwaarden op verschillende manieren wordt toegepast, wat leidt tot het lukraak bewaren van funerair erfgoed.
De huidige werkwijze dient aangepakt te worden om de problematiek rond het waarderen; de verschillende interpretaties, de individuele toepassingen en de beperkte kennis inzake de diversiteit tegen te gaan. Een herziening van het huidige decreet en een centrale aanpak worden aangeraden.